De-groente-moet-op-risotto met spinazie, tomaat en pecorino

Nog twee nachtjes slapen en dan vlieg ik naar zonnig Californië! En hoe kan ik de vooravond van die vakantie beter inluiden dan met een lekkere pan risotto – hét comfort food van m’n vriendinnetje Eva, naar wie ik toe vlieg?

Toeval wil dat ándere Eva – de verloofde van mijn goede vriend Jaap en inmiddels ook een fijne vriendin – vanavond samen met Jaap bij me kwam eten. En ja, twee dagen voor je op vakantie gaat moet de koelkast nu eenmaal leeg. Dus met van alles dat er nog lag én een zak verse spinazie maakte ik dit maaltje, dat verrassend lekker was. Best wel een succes zelfs, en voor herhaling vatbaar.

Dus hierbij!

De-groente-moet-op-risotto met spinazie, tomaat en pecorino

Je hebt nodig (voor 3 personen; kook je voor 2, gebruik dan net wat minder rijst – zeg 200-250 gram)

  • 350 gram risottorijst
  • 1 ui (gebruik gerust rode ui of twee sjalotjes als je dat in huis hebt)
  • 2 teentjes knoflook
  • 1 glas witte wijn
  • 3 blokjes groenteboullion
  • 1/2 courgette
  • 4 rijpe (tros)tomaten
  • 200 gram verse spinazie
  • 100 gram parmezaanse kaas (aan het stuk)
  • 50 gram pecorino (ook)
  • olijfolie
  • zout en zwarte peper
  • handje pijnboompitjes
  • handje verse basilicumblaadjes
  • optioneel: veldsla voor erbij

Zo doe je dat:

1. Snipper de ui en hak de knoflook fijn. Verhit een flinke scheut olijfolie in een hapjespan (zeg 2 eetlepels) en fruit de ui en knoflook op middelhoog vuur. Kook intussen een liter water en maak de groentebouillon. Rooster de pijnboompitjes in een droge koekenpan.

2. Voeg de rijst toe. Bak een paar minuutjes mee tot de korrels glazig zijn en blus af met de wijn. Roer af en toe in de pan; snijd intussen de courgette in dobbelsteentjes van 1×1 cm en de tomaten in iets grotere blokjes.

3. Voeg nu steeds een soeplepel bouillon toe aan de risotto en blijf regelmatig roeren. Na ongeveer 10 minuten doe je de tomaten erbij. Ga hiermee door tot de korrels nét gaar zijn – niet meer hard van binnen maar ook nog geen pap. Proef regelmatig; is de bouillon op, maak dan wat extra.

4. Verhit intussen een eetlepel olie in de andere koekenpan en bak de courgette op hoog vuur lichtbruin (maar niet te gaar). Bestrooi met wat zout en peper en bewaar in een bakje. Doe nu de spinazie handje voor handje in de koekenpan en laat ‘m nét slinken (niet te lang bakken).

5. Rasp de parmezaan en pecorino en roer ze door de risotto. Doe ook de spinazie (niet het sap in de pan) en courgette erbij. Roer tot slot wat basilicumblaadjes door het gerecht. Proef op smaak; voeg evt. wat peper en/of zout toe.

Serveer de risotto met extra kaas, pijnboompitjes en eventueel veldsla.

Eet smakelijk!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *