Morgen is het Pasen! Dat is dit jaar misschien anders dan anders – eigenlijk vooral omdat de brunch die ik al maanden terug met vrienden afsprak, via de webcam gaat plaatsvinden. Maar goed, digi-brunch of niet, er moet natuurlijk wél wat lekkers op tafel.
En Pasen is natuurlijk een heel goed excuus om me weer eens te wagen aan een lekkere stol met spijs. Met Kerstmis maakte ik nu al een aantal keer stol volgens recept van Janneke Vreugdenhil – aanrader, trouwens. Maar omdat Pasen géén Kerstmis is, besloot ik eens wat anders te proberen.
Online vond ik een recept van Holtkamp, een bekende patisserie. Dat moest goedkomen dus, qua ‘lekker’. En dat deed het ook. Het recept was wel vrij summier opgeschreven, dus hier mijn – uitgebreidere – versie.
Notes to self: volgende keer zou ik er iets meer hazelnoten in doen (10 gram extra of zo), en eventueel een klein deel van de rozijnen vervangen door abrikoos.
Paasbrood
Je hebt nodig:
Voor het deeg:
- 250 gram bloem
- 6 gram zout
- 10 gram suiker
- 20 gram verse gist (zo’n blokje uit de koeling)
- 150 gram melk
- 25 gram roomboter
- 1 eetlepel geraspte citroenschil (= van 1 citroen)
Voor de vulling:
- 25 gram hazelnoten
- 300 gram rozijnen
- 50 gram gedroogde abrikozen
Voor de amandelspijs:
- 90 gram blanke amandelen of amandelschaafsel
- 90 gram kristalsuiker
- ongeveer 1/2 geklutst ei (25 gram; gebruik de rest van het ei om het brood mee te bestrijken voor het de oven in gaat)
- geraspte schil van 1 citroen
Zo doe je dat:
1. Begin met wat voorbereidingen: verwarm de oven voor op 200 graden en rooster de hazelnoten een paar minuutjes. Wel de rozijnen in heet water en hak de abrikozen fijn.
2. Maak dan eerst het deeg. Doe de bloem, zout, suiker, gist, melk, boter en citroenschil in een kom. Kneeg het op het aanrcht tot een deeg, net zo lang tot het (bijna) niet meer aan je handen plakt en je er makkelijk een bal van kunt maken. Dit kan een aantal minuten duren.
3. Voeg de rozijnen, hazelnoten en abrikozen toe aan de vulling. Vouw erin en kneed vrij lang door elkaar. Het kan eerst lijken of er héél veel vulling is ten opzichte van het deeg; geen zorgen, dat komt goed! Blijft je deeg enorm plakkerig en nat door het (overgebleven) vocht uit de rozijnen, neem dan een beetje extra bloem. Ik pakte 2 of 3 keer een klein handje extra.
Uiteindelijk moet je deegbal goed tot een bal te kneden zijn. Doe de deegbal terug in de kom, bedek met een vochtige theedoek en laat 20 minuten rijzen.
4. Maak intussen de amandelspijs. Doe de amandelen, suiker en citroenrasp in de keukenmachine en maal fijn. Voeg dan het ei toe, tot de spijs een stevige consistentie heeft. Haal het dan uit de machine en kneed samen tot een balletje.
5. Na 20 minuten rijstijd: neem de deegbol en punt hem op (bekijk hier een handige instructie over brood oppunten). Laat nog 30 minuten rijzen.
6. Rol de amandelspijs uit tot een worst. Neem een deegroller en rol het brooddeeg plat uit tot een vierkant met dezelfde breedte als de spijs-worst.
Leg het brood op een met bakpapier beklede bakplaat en laat nog 40 minuten rijzen onder een vochtige theedoek.
7. Verwarm de oven voor op 160 graden. Bestrijk het paasbrood met het overgebleven ei of wat melk, en bak het 40 tot 50 minuten in het midden van de oven.
Eet smakelijk!