Deze muffins zijn goud in je kraamtijd. Want lekker en voedzaam en dus heerlijk om te snacken tijdens nachtelijke voedingen (en de rest van de dag overigens ook). Het recept plaatste ik jaren geleden al eens, het was een van m’n favoriete baksels als studente. Nu met een kleine update én als verdubbelde portie. ;-)
Muffins met banaan en chocolade (vegan)
Voor 12 stuks
- 4 rijpe bananen
- 150 gram volkoren meel
- 150 gram bloem
- 120 gram honing, agave of ahornsiroop (of een combinatie van twee, bijvoorbeeld 30/30)
- 60 gram kokosolie (niet in huis? zonnebloem- of rijstolie werkt ook)
- 4 theelepels bakpoeder
- 1 theelepel kaneel
- 1 theelepel zout
- 100 gram pure chocolade (varatie-tip: ook lekker met rozijnen)
- 3 handen walnoten, in stukjes
1. Verwarm de oven voor op 200 graden. Smelt de kokosolie in de magnetron en doe de agave/ahornsiroop erbij. (Gebruik je zonnebloemolie, dan kun je deze stap overslaan.) Zorg ervoor dat alles goed vloeibaar, maar niet te heet is.
2. Meng intussen de droge ingredienten: meel, bloem, bakpoeder, kaneel en zout samen in een grote kom. Prak de bananen tot moes op een bord.
3. Doe de ‘natte’ ingredienten (olie en siroop) bij de droge in de kom, voeg ook de geprakte banaan toe en roer alles goed door elkaar met een spatel. Voeg dan ook de walnoten en rozijnen (of chocolade) toe.
4. Vet een muffinblik in met kokosolie. Verdeel het beslag gelijkmatig over 12 vormpjes. Je kunt ze in papieren vormpjes doen maar mijn ervaring is dat ze dan een beetje aankoeken, dus ‘gewoon’ in het blik vind ik handiger.
5. Zet de muffins ongeveer 30 minuten in de oven, tot ze aan de bovenkant mooi bruin zijn geworden.
Enjoy!
PS. Als je de muffins volledig in het blik laat afkoelen, wordt de bovenkant knapperig maar blijft het onderste cake-gedeelte lekker zacht. Vind ik zelf erg lekker! Sneller eruit halen kan ook, je muffins worden dan alleen iets droger.