Wraps met kruidige bonenfalafel en rauwkost

Ik schreef het maandag al: nu ik in Amsterdam woon en fulltime werk, eet ik veel minder vaak samen met vrienden. Des te meer waardeer ik de dagen dat ’t wel gebeurt. Zoals afgelopen dinsdag, toen ik na mijn werk in de trein naar Leiden stapte voor een eetdate met vriendinnetje I. Haar ken ik al sinds ik in 2009 begon met studeren (ofwel: we go waaaaay back ;)). En hoewel er ook tijden zijn geweest dat we elkaar weinig zagen – zij een jaar in Australië, ik vijf maanden in Taiwan – heeft dat onze vriendschap niet in de weg gestaan.

I. is met recht een vega-hippie te noemen, veel meer dan ik ooit ben geweest. Zij is het dus ook die me af en toe herinnert aan de principes die ik echt ergens nog wel heb, maar die soms een beetje zijn weg gezakt. Waarschijnlijk zonder dat ze het door heeft, duwt ze me regelmatig uit m’n culinaire comfort zone. Risotto zonder Parmezaanse kaas? Kan best hoor. Zelf bonenburgertjes maken? Geen probleem. En wie zegt dat je vlees nodig hebt om wraps te bereiden?

Stiekem dacht ik altijd dat zelf ‘vegaburgers’ maken (van kikkererwten of bonen) enorm veel werk was, maar dat valt dus echt reuze mee. Al gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat het prachtige maaltje dat je op de foto ziet voornamelijk I. haar werk was – ik was vooral chef-gezelligheid-in-de-keuken. Ieder z’n taak, toch?

Nee maar serieus mensen, maak dit. Is lekker en hey, ook nog gezond. Vergeet de knoflooksaus niet, maar geef je liefste dan vooral ook een hap.

20150127_200945[1]

Wraps met kidneybonenfalafel en rauwkost (voor 2 personen)

Voor de bonenballetjes
– 100g champignons
– 1 klein uitje
– 2 teentjes knoflook
– 1 blik (400g) kidneybonen
– ongeveer 1/4 kopje paneermeel
– gemalen komijn, gemalen koriander en chilipoeder naar smaak (ca. 1 theelepel van elk)

Voor de wraps & vulling
– tortillawraps (4-6 stuks)
– 1 gele paprika
– 2 tomaten
– groene olijven (zonder pit)
– verse babyspinazie (of gewone spinazie, of veldsla)

Knoflooksaus
– 100 ml volle yoghurt (of sojayoghurt)
– 1 eetlepel mayonaise (vegan variant kan ook!)
– 1 teentje knoflook
– gedroogde dille
– mespuntje Dijon-mosterd

1. Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de ui en champignons heel (!) fijn. Zorg dat het echt kleine blokjes zijn, van maximaal 2 bij 2 millimeter. Verhit een scheut olijfolie in een koekenpan en bak de ui en champignons, samen met twee uitgeperste tenen knoflook, tot de uien glazig zijn en de champignons lichtbruin.

2. Laat de kidneybonen uitlekken en leg ze op een plank. Prak ze met een stamper (of als je die niet hebt: met een vork). Je kunt de bonen helemaal fijn prakken, maar ze ook nog een beetje ‘chunky’ laten, net wat je wilt.

3. Doe de bonen in een kom en voeg het ui-knoflook-champignonmengsel toe. Voeg ook de paneermeel toe (paneermeel zorgt ervoor dat de boel beter aan elkaar plakt) en meng door elkaar tot het een soort kleverig deeg wordt. Voeg nu naar smaak de kruiden toe; ongeveer 1 theelepeltje komijn, idem koriander en wat chilipoeder. Voeg ook een beetje zout en peper naar smaak toe. Roer nog even door.

4. Maak de mini-burgertjes (of falafel, zo je wilt) door elke keer een beetje van het bonenmengsel samen te kneden en dan een beetje plat te drukken. Leg ze op een bakplaat en bak ze gedurende 20-25 minuten (of misschien korter in jouw oven, dus houd ze in de gaten!).

5. Intussen snijd je de rauwkost: paprika in reepjes, tomaat in kleine blokjes. Maak de knoflooksaus door yoghurt, mayonaise, mosterd, dille en uitgeperste knoflook te mengen.

Als de bonenfalafel klaar zijn, kun je de wraps bouwen. Smeer een wrap in met wat knoflooksaus, verdeel er de rauwe spinazie, tomaten, olijven en paprika over en leg er ook een stuk of 3 mini-burgertjes bij. Vouw de wrap dicht en OPETEN MAAR.

20150127_200955[1]

PS. Excusez-moi voor de slechte fotokwaliteit… Soms ben je in sociale situaties met andere dingen bezig dan het kiezen van de juiste belichting en compositie ;)

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *